Hoe maak je mooie macrofoto's?

Door iets van dichtbij te fotograferen, zie je het ineens heel anders! Er komen details tevoorschijn die je met het blote oog niet kunt waarnemen. Maar er komt best veel kijken bij het maken van een goede macro-opname. Waar let je allemaal op bij het maken van macrofoto’s?

Top 10 macro-objectieven

Camera instellingen

De exacte instellingen van je camera zijn natuurlijk afhankelijk van wat je wilt bereiken, van de plek waar jij bent, hoe groot je onderwerp is en hoeveel licht er op dat moment aanwezig is. Het is handig om de ISO-waarde zo laag mogelijk te houden en tussendoor alleen te spelen met de sluitertijd en het diafragma.

Deze twee hoofdinstellingen hebben te maken met de scherpte. Het diafragma heeft invloed op de grootte van het scherptegebied en de zachtheid van de achtergrond. De sluitertijd heeft invloed op hoe 'stil' je onderwerp in beeld staat. Zijn je foto's niet scherp genoeg? Zet de ISO-waarde dan omhoog om een snellere sluitertijd te krijgen!

Compositie

Voor het fotograferen van insecten en paddenstoelen is een laag standpunt het mooist. Neem bij niet bewegend onderwerpen als paddenstoelen en bloemen de tijd om het ideale standpunt en de juiste instellingen te bepalen. Fotografeer vanuit meerdere hoeken om te ontdekken welke hoek het beste werkt.

Compositieregels voor fotografie

Wil je insecten fotograferen? Zoek een mooi plekje op in de tuin bij de bloemen of bij de vijver en wacht geduldig tot er iets voorbij komt vliegen of kruipen. Ook tussen brandnetels en langs sloten vind je veel gewillige onderwerpen. Houd afstand en benader een insect rustig. Maak geen snelle bewegingen en let er op dat jouw schaduw niet ineens op het insect valt. Door op schaduwrijke plekken te fotograferen, voorkom je dat.

Extra tip

Fotografeer je vanuit een lage hoek? Neem een vuilniszak mee en leg 'm op de grond. Zo wordt je kleding niet nat of vies!

Houd rekening met de ondergrond en achtergrond

Let altijd op de ondergrond en de achtergrond van de foto. Ligt er misschien nog een klein takje of blaadje dat je makkelijk weg kunt pakken? Of is de achtergrond erg druk? Onscherpe elementen hebben alsnog invloed op de vorm van het totale beeld en dat kan de nadruk op je onderwerp leggen, of juist er vanaf afleiden.

Een langere brandpuntsafstand en meer vergroting zorgen voor een onscherpere achtergrond. Wil je een klein insect fotograferen met een rustige achtergrond? Houd er dan eens met een hand een mooi groen blaadje achter en zorg ervoor dat het blaadje niet in het scherptegebied valt! Wil je benadrukken hoe klein iets is? Kies er dan voor om juist iets van de omgeving te laten zien.

Hoe krijg je scherpe foto’s?

Bepaal eerst de compositie van je foto en stel daarna scherp op het meest belangrijke onderdeel zoals de ogen van een insect of de stamper van een bloem. Het beste kun je met de hand scherpstellen en een hoog diafragma-getal gebruiken zoals f/11. Bij niet bewegende onderwerpen kun je de scherpstelling goed controleren en finetunen met behulp van de vergroting in je digitale zoeker of op de live view van je display.

Lukt het niet?
Lukt het écht niet om een scherpe foto te maken ondanks de hierboven staande tips? Dan heb je misschien wat extra licht nodig. Daarvoor kun je bijvoorbeeld je onderwerp inflitsen met een speciale macroflitser. Bij het werken met een flitser, komt er technisch wel iets meer om de hoek kijken.

Bekijk alle macroflitsers

Schaduwen oplichten

Als er details verloren gaan in de schaduw, hoef je niet direct je camera instellingen aan te passen. De schaduw is op te lichten met een reflectiescherm of een flitser. Een reflector is een heel eenvoudig hulpmiddel dat je opgevouwen meeneemt en uitklapt wanneer je ‘m nodig hebt.

Bekijk reflectieschermen

Niet bewegende onderwerpen fotograferen

Bij het fotograferen van niet bewegende onderwerpen heb je wat meer rust om op de totale scherpte te letten. Speel met het diafragma (hoe hoger het f-getal, hoe kleiner het diafragma en hoe groter de scherptediepte is) en pas de sluitertijd er op aan. Zet je camera op een statief als je met langere sluitertijden gaat werken, dit voorkomt onscherpte!

Bewegende onderwerpen fotograferen

Voor het fotograferen van snelle insecten als libellen heb je een snellere sluitertijd nodig om voldoende scherpte te krijgen. Je kan ook vroeg in de ochtend op pad gaan. De insecten moeten dan nog opwarmen en blijven vaak stil zitten in het eerste licht van de dag. Hierdoor heb je wat meer vrijheid met je instellingen. Ook maakt dat het makkelijker om uitgebreid je statief op te zetten en eventueel wat dichterbij te komen. Andere goede tijdstippen zijn ‘s avonds voor zonsondergang.