Concertfotografie is een vak apart. Je staat midden in een donkere zaal, omringd door een enthousiast publiek, met fel en wisselend podiumlicht, en je hebt slechts enkele minuten om dé perfecte shot te maken. Hoe zorg je dat je in deze uitdagende omstandigheden toch met sprekende beelden thuiskomt? We leren je alles over hoe je een concert fotografeert; van voorbereiding tot nabewerking.
Een goede voorbereiding is van groot belang voor eventfotografie. Vraag de organisator naar het programma, belangrijke momenten en zoek locaties uit van waar je kan fotograferen. Zorg ervoor dat je weet welke shots niet mogen ontbreken. Denk hierbij aan artiesten op het podium, publieksreacties, hoogtepunten van het programma en overzichtsfoto's van de locatie. Maak een shotlist en zorg dat je goed voorbereid bent op wat je te wachten staat. Maak ook kennis met alle mensen backstage, zodat ze weten wie je bent en wat jouw taak is tijdens het evenement. Daarnaast helpt het met het opbouwen van een netwerk.
Als je professioneel wilt fotograferen, heb je meestal een persaccreditatie of fotopas nodig. Deze regel je via het management van de band of artiest, de platenmaatschappij of het PR-bureau van de zaal of het festival. Vermeld je portfolio en waar de foto's gepubliceerd worden. Zonder pas kom je vaak niet verder dan het publiek.
Kom je hobbymatig fotograferen, bijvoorbeeld voor je eigen portfolio of Instagram, en heb je geen accreditatie? Geen probleem, er zijn nog steeds genoeg mogelijkheden om mooie concertfoto’s te maken, vooral bij kleinere shows in cafés, poppodia of openluchtoptredens. Deze locaties zijn vaak wat soepeler met camera’s, zolang je het publiek niet hindert en geen professionele apparatuur gebruikt.
Gebruik een compacte systeemcamera met een lichtsterke prime lens (zoals een 35mm f/1.8) om onopvallend te kunnen fotograferen. Sta niet pal voor het podium als je geen toestemming hebt; probeer in plaats daarvan creatieve standpunten vanaf de zijkant of vanuit het publiek. En respecteer altijd de sfeer van het moment; je bent er in de eerste plaats als muziekliefhebber.
Elke zaal heeft eigen regels voor fotografen. Soms mag je alleen de eerste drie nummers fotograferen, mag je niet flitsen (wat eigenlijk standaard is bij concerten), of zijn er beperkingen qua lenskeuze. Sommige locaties verbieden het gebruik van telelenzen of statieven. Zorg dat je weet waar je aan toe bent om onnodige stress op locatie te voorkomen.
Een van de grootste fouten die beginnende concertfotografen maken, is onvoorbereid op de show afkomen. Als je de muziek niet kent, mis je cruciale momenten. Luister daarom vooraf naar de artiest of band, check de setlist via platforms als Setlist.fm en bekijk eerdere livevideo’s op YouTube of Instagram. Welke nummers bevatten een gitaarsolo of vocale uithaal? Wie staat wanneer op de voorgrond? Welke artiest is het meest expressief op het podium? Zo kun je anticiperen op hoogtepunten in de show en op het juiste moment je compositie kiezen. Timing is alles in concertfotografie. Als je weet wat er komt, heb je een gigantisch voordeel.
Controleer thuis al je uitrusting: zijn je accu’s opgeladen? Heb je genoeg geheugenkaarten? Werkt je autofocus goed? Zorg dat je niet nog moet prutsen met instellingen tijdens het concert. Stel eventueel al vooraf je ISO en witbalans in op basis van eventuele eerdere ervaringen in die zaal.
Sta je in een grote zaal of op een festival? Zoek dan vooraf uit waar je mag staan, hoe groot het podium is en waar het licht vandaan komt. Bij kleinere optredens kun je soms vrij bewegen, maar bij grotere shows is je positie vaak beperkt. Gebruik (zaal)plattegronden of foto’s van eerdere shows om een inschatting te maken van de ruimte en je ideale standpunt.
Concerten vinden meestal plaats in omstandigheden die voor fotografen behoorlijk uitdagend zijn: weinig licht, veel beweging en voortdurend veranderende kleuren door het podiumlicht. Daarom is het essentieel dat je apparatuur hiertegen bestand is. Een goede uitrusting maakt het verschil tussen frustrerende ruisvolle beelden en krachtige, scherpe concertfoto’s.
Je hebt geen topmodel van duizenden euro’s nodig, maar je camera moet wel goed presteren bij hoge ISO-waarden. Een spiegelreflex- of systeemcamera is eigenlijk onmisbaar voor serieuze concertfotografie. Fullframe camera’s hebben het voordeel dat ze beter omgaan met ruis en meer licht vangen, maar ook met een APS-C camera kun je uitstekende resultaten behalen, zeker als je lichtsterke lenzen gebruikt.
Bij concertfotografie werk je zonder flits, dus je lens moet zoveel mogelijk licht binnenlaten. Hoe groter het maximale diafragma (hoe kleiner het f-getal), hoe beter. Lenzen met een diafragma van f/2.8 of sneller (zoals f/1.8 of f/1.4) zijn de norm.
Gebruik nooit een flitser tijdens een concert, tenzij je expliciet toestemming hebt (wat zelden gebeurt, want over het algemeen is dit verboden). Niet alleen is het storend voor artiesten en publiek, het haalt ook de sfeer compleet uit je beeld. De kunst is juist om het aanwezige licht te gebruiken. Dat vergt oefening, maar levert uiteindelijk veel mooiere, natuurlijke foto's op.
Een goed begrip van je instellingen maakt het verschil tussen een wazige foto en een scherpe actie-shot. Concerten zijn dynamisch, donker en onvoorspelbaar; dus je camera-instellingen moeten flexibel en bewust gekozen zijn. Je werkt vaak volledig handmatig (M-stand) of in diafragmaprioriteit (Av of A-stand), zodat je de controle houdt over je belichting.
Muzikanten staan zelden stil. Zelfs tijdens rustige nummers is er vaak beweging van handen, gezichtsuitdrukkingen of dans. Een sluitertijd van minimaal 1/250 seconde is aanbevolen om beweging scherp vast te leggen. Bij optredens met veel energie (denk aan rockbands of dansacts), kun je beter naar 1/500 of zelfs 1/800 seconde gaan.
Let op: als je met langere brandpuntsafstanden fotografeert (zoals 200mm), moet je sluitertijd nóg hoger zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen. Een vuistregel: je sluitertijd moet minimaal gelijk zijn aan 1 / brandpuntsafstand.
Gebruik een groot diafragma (klein f-getal, zoals f/2.8 of f/1.8) om zoveel mogelijk licht binnen te laten. Dit helpt niet alleen bij de belichting, maar geeft ook een mooie onscherpe achtergrond (bokeh), waardoor de artiest loskomt van de vaak drukke of rommelige podiumachtergrond. Hoe groter het diafragma, hoe smaller het scherpstelvlak, dus scherpstellen wordt uitdagender. Focus daarom bewust op de ogen of op gezichten van de artiesten.
In donkere zalen ontkom je er niet aan: de ISO moet omhoog. Moderne camera’s kunnen prima overweg met hogere ISO-waarden zoals 3200, 6400 of zelfs 12.800, afhankelijk van het model. Probeer zo laag mogelijk te blijven, maar wees niet bang voor wat ruis; liever een scherpe, iets korrelige foto dan een onscherpe die te donker is.
Tip: Fotografeer in RAW. Zo kun je in de nabewerking veel meer corrigeren, ook als je de ISO wat hoger moest zetten.
Concerten zijn geen statische portretsessies. Zet je camera op AI Servo (Canon) of Continuous AF (Nikon/Sony), zodat de autofocus blijft volgen terwijl de artiest beweegt. Gebruik bij voorkeur een enkel scherpstelpunt, zodat je gericht kunt focussen op gezichten of specifieke onderdelen zoals handen op een instrument.
Bij weinig licht kunnen sommige camera’s moeite hebben met scherpstellen. Zoek dan naar momenten met meer licht op het podium, of stel tijdelijk handmatig scherp als je merkt dat de autofocus blijft “zoeken”.
Een goede concertfoto vangt het juiste moment en vertelt een verhaal. Let op emoties, gebaren, interactie en speel in op het wisselende licht. Anticipeer op spotlights die de artiest goed uitlichten en fotografeer op het piekmoment. Wissel af in perspectief met totaalbeelden, close-ups en publieksfoto’s vanuit verschillende hoeken. Houd tot slot rekening met de drie-nummers-regel: vaak mag je alleen tijdens de eerste drie nummers fotograferen, dus benut die tijd optimaal.
De omstandigheden bij concerten zijn zelden ideaal; hard licht, diepe schaduwen, veel kleurvervuiling en soms wat ruis. Daarom is nabewerking een belangrijk onderdeel van concertfotografie. Hier breng je balans aan, versterk je sfeer en laat je je beelden echt tot leven komen.
Gebruik bewerkingssoftware zoals Lightroom, Photoshop, Capture One of Luminar om je concertfoto’s te verfijnen. Ontwikkel een consistente stijl die past bij de sfeer van de muziek en jouw signatuur als fotograaf. Corrigeer belichting en contrast om meer diepte te creëren en pas de witbalans aan om kleurzwemen van podiumverlichting te neutraliseren zonder de sfeer te verliezen. Gebruik ruisreductie met mate; een beetje korrel kan juist karakter geven. Versterk kleuren subtiel en verscherp gericht, vooral op de ogen bij close-ups. Werk bij voorkeur met RAW-bestanden voor maximale bewerkingsvrijheid.
Maak daarna een scherpe selectie. Niet elk beeld hoort in je uiteindelijke reportage. Kies voor foto's met focus, sterke compositie en emotie. Zorg voor afwisseling tussen overzicht, portret en detail en denk aan het verhaal dat je wilt vertellen. Publiceer alleen je sterkste beelden; één krachtige foto zegt meer dan tien middelmatige.
Als je net begint, hoef je echt niet meteen in de grote zalen te staan. Kleine cafés, poppodia of openluchtoptredens zijn ideaal om ervaring op te doen zonder dat je een foto- of perspas nodig hebt. Daar kun je in alle rust experimenteren met instellingen en compositie. Evenementen met goede verlichting, zoals theater of festivals overdag, maken het makkelijker om de techniek onder de knie te krijgen. Wil je sneller leren, dan zijn workshops of fotografiegroepen een aanrader. Je leert er van anderen, krijgt feedback en bouwt meteen aan je netwerk. Bezoek ook eens de online community van Cameranu op Facebook en op Instagram (gebruik #cameranu_nl om je eigen beelden met ons te delen).
Heb je nog vragen over concertfotografie of apparatuur? Kom naar een van onze winkels of stel je vraag aan onze klantenservice. We helpen je graag verder.