Handige tips voor het fotograferen van bomenlanen

2 jaar geleden

Bomen kun je op veel verschillende manieren fotograferen. Denk aan een eenzame boom op de heide, gekleurde bladeren in de herfst of mist in het bos. Maar ook het fotograferen van lange rijen bomen zorgt voor mooie beelden. Lees snel verder om erachter te komen hoe je zelf bomenlanen kan fotograferen en wat hierbij komt kijken!

Lange rijen bomen met overhangende takken over de weg zorgen voor een enorme dieptewerking in je foto’s. Dit kun je al zien wanneer je door de bomenlanen rijdt. Met een telelens versterk je dit effect. Doordat je inzoomt zie je alleen nog het ‘einde’ van de tunnel. De ruimte tussen de bomen lijkt verdwenen en het pad sleept je écht de foto in.

Wat heb je nodig?

Dit soort foto’s maken is niet heel moeilijk. Het enige wat je nodig hebt is een beetje kennis van het weer (daarover later meer) en natuurlijk een camera met een lens. Voor het fotograferen van bomenlanen gebruik ik het liefst een middellange telelens zoals een 70-200mm. De meeste foto’s uit dit blog zijn gemaakt tussen de 100 en 180mm. Met een 24-105mm, 100-400mm of een andere telelens kun je prima mee aan de slag.

Bekijk zoomlenzen

Omdat er relatief weinig licht tussen de bomen valt heb je een stevig statief nodig. Het fotograferen met een telelens in combinatie met langere sluitertijden kan zorgen voor te veel onscherpte in je beelden. Doordat je met een statief werkt besteed je tegelijkertijd ook meer tijd aan je compositie en kun je er voor zorgen dat je het maximale uit de locatie haalt.

In uitzonderlijke situaties kun je zelfs hele mooie foto’s met een groothoek maken. Je hebt dan wel dichte mist nodig. Dit zorgt ervoor dat de foto rustiger is en de aandacht in het beeld echt naar de bomen gaat.

Waar vind je mooie bomenlanen?

Het leuke van het fotograferen van bomenlanen is dat het eigenlijk overal kan. Natuurlijk is de Veluwe een goede locatie, maar ook in Drenthe, Overijssel en veel andere provincies heb je oude wegen met net zulke oude bomen aan beide kanten van de weg. Zelfs in de jonge provincie Flevoland ken ik een aantal wegen die met de juiste weersomstandigheden interessant zijn.

Ook op landgoederen en in oude bossen vind je mooie laantjes. In en langs het bos zijn het vaak de kronkelende fietspaden met losse bomen die mooie foto’s op kunnen leveren. Door de drukke omgeving heb je dan wel wat meer mist nodig dan bij de lange rechte bomenlanen. Hier is een beetje nevel aan het eind van de tunnel genoeg.

Zet wat locaties op een lijstje

Het vinden van de interessante plekken is niet zo lastig, maar vergt wel wat tijd. Als ik met de auto ergens heen rijd of een rondje op de racefiets doe dan kijk ik altijd om me heen naar potentiële locaties. Thuis kan ik soms uren op Google Maps struinen om mooie paden te vinden. Streetview is hierbij echt een uitkomst. De locaties waar ik graag nog een keer heen wil zet ik op een lijstje. Het enige wat ik dan nog hoef te doen is te wachten voor de juiste weersomstandigheden en licht. Als ik hiervan zeker ben is het tijd om de wekker te zetten.

Heb je even geen inspiratie? Rijd naar één van deze opgeslagen locaties, dan schiet je altijd raak.

Wanneer kun je het beste fotograferen?

Bomenlanen kun je het hele jaar door fotograferen. Elk seizoen levert ook weer andere beelden op. In de lente zijn de blaadjes fris groen en heb je op een koude vochtige ochtend kans op mooie zonneharpen. In de zomer zitten de bomen vol met bladeren en de herfst is het een mooi gezicht door de verkleurde bladeren. Maar ook in de winter kun je toffe foto’s maken als het heeft gesneeuwd. Daardoor is een bomenlaan bij jou in de buurt perfect om een vierluik van te maken in verschillende jaargetijden.

Voor dit soort foto’s heb je wel een beetje mist of nevel nodig. Dit ontstaat wanneer de temperatuur gelijk of lager is dan het dauwpunt en de luchtvochtigheid hoog is. Dit kun je voorspellen met apps als WeatherPro, maar door elke avond en ochtend het weer op bijvoorbeeld weeronline.nl te lezen weet je ook wanneer er ’s ochtends mist of nevel is.

Helemaal te gek is het natuurlijk als je zonneharpen vast kunt leggen. De nevel tussen de bomen wordt dan opgelicht door de zon die tussen de bladeren door schijnt. Je moet dan schuin of tegen de zon in fotograferen. Zonneharpen zie je vaak op vochtige maar heldere ochtenden in de lente, nazomer en herfst.

Lees hier het blog over zonneharpen

Welke instellingen gebruik je?

Omdat ik altijd streef naar een zo hoog mogelijke kwaliteit in mijn foto’s gebruik ik voor veel landschappen ISO 50 of ISO 100. Hierdoor zie je geen ruis in de foto’s. Dit lukt helaas niet altijd bij het fotograferen van bomenlanen. Hierbij gebruik ik soms wel tot ISO 1600 omdat het gewoonweg niet anders kan.

Ik gebruik graag een kleiner diafragma rond de f/11 om zoveel mogelijk in de foto scherp te krijgen. De donkere lanen, een telelens en het kleinere diafragma zorgen er samen voor dat je al snel lange sluitertijden krijgt. Omdat je met lange sluitertijden onscherpte in de bewegende takken kan krijgen, gebruik ik een hogere ISO zodat je toch nog een volledig scherpe foto krijgt. Qua instellingen is het vaak een compromis tussen kwaliteit en scherpte.

5 tips voor het fotograferen van bomenlanen op een rij

1. Denk aan je eigen veiligheid

Voor een mooie compositie moet je vaak midden op de weg of het fietspad staan. De lijnen van de weg en de bomen trekken je dan echt de foto in. Wat er voor je gebeurt zie je vaak wel aankomen door je camera, maar een elektrische auto van achter hoor of zie je echt niet aankomen. Let daarom altijd goed op en kijk continu om je heen. Ik werk altijd met de live view zodat ik makkelijk elke paar seconden even achterom kan kijken.

2. Fotografeer in landschap- en portretstand

Bomen fotografeer ik vaak in portrait (verticaal). Ik vind dit het best passen bij het onderwerp én je krijgt naast de boom ook een mooie voorgrond of lucht in beeld. Bij bomenlanen kan landscape (horizontaal) ook goed uitpakken. Zeker als de weg wat breder is. Fotografeer daarom altijd landscape én portrait zodat je thuis bij het nabewerken goed kunt beoordelen wat mooier is.

3. Stel handmatig scherp

Hoe verder je inzoomt, hoe kleiner het scherptegebied in je foto. Zelfs met een diafragma van f/11 of kleiner kan de achtergrond onscherp worden. Daarom stel ik altijd handmatig scherp op de voorste bomen en takken in het beeld. Dit zijn voor mij de belangrijkste onderdelen van het beeld. Dat het einde van de weg een beetje onscherp wordt vind ik helemaal niet zo erg. Het is daar vaak mistig waardoor het scherpteverloop niet eens opvalt. Wil je toch alles in je foto scherp? Dan kun je gebruik maken van focus stacking.

Lees hier hoe focus stacking werkt

4. Varieer met de hoogte van je statief

De meeste foto’s in dit blog heb ik gemaakt met het statief op schouderhoogte. Toch kun je ook hele leuke foto’s maken met het statief laag bij de grond. Nu ik net een drone heb lijkt het me ook tof om foto’s van wat hoger te maken. Hierdoor wordt het pad in de foto’s smaller.

5. Gebruik een persoon of auto in je foto

Door een herkenbaar onderwerp als referentiekader te gebruiken kun je laten zien hoe groots het landschap of in dit geval de bomen zijn. Gebruik bijvoorbeeld een persoon of auto als onderwerp. Je ziet dan pas echt hoe groot de bomen zijn en het geeft de foto nog meer diepte.